Yoko Tsuno – Portret van een stripheldin

In de kerstnacht van het jaar 1968 schetste Roger Leloup voor de eerste keer het gezicht van een Japanse jongedame. En daarmee begon, als een sprookje, de schitterende carrière van een van de bekendste strip-heldinnen: Yoko Tsuno.

Haar geestelijk vader was bepaald geen beginneling meer. Hij had het vak geleerd in de harde praktijk, als assistent van Jacques Martin (de tekenaar van onder andere Alex!) en vervolgens van niemand anders dan Hergé. In de veertien jaar dat hij in de schaduw van zijn grote leermeesters werkte, werd hij een specialist op het gebied van decors en technische tekeningen: de vliegtuigen in “Zwarte Rotsen” waren van zijn hand, net als het station van Nyon in “De Zaak Zonnebloem”. En bovendien nog een heleboel ondankbaar werk, waardoor hij de kneepjes van het vak leerde.

Kuifjekenners zullen dit model meteen herkennen. Het is het privévliegtuig van de miljardair Carreiras, in “Vlucht 714”. Zoals je ziet maakt Roger Leloup zich er bepaald niet makkelijk vanaf. Die nauwkeurige aandacht voor het detail zal hij altijd blijven houden”

Dankzij Peyo, die hem van Hergé leende, kwam Leloup terecht bij Robbedoes. Yoko verscheen de eerste keer als bijfiguur in een niet erg bekende serie van Peyo: Jakke en Silvester. Roger Leloup was meteen enthousiast over het meisje. Met in de ene hand alle moed die hij bij elkaar kon rapen en in de andere het eerste ontwerp voor het “Trio in het Onbekende” klopte hij aan bij Uitgeverij Dupuis. Zijn werk werd geaccepteerd op… kerstavond 1969!

Dit was de eerste versie van Yoko Tsuno – in 1968. Ze was toen de zuster van een dikke Japanse elektricien.

De eerste versie van Ben en Paul, die oorspronkelijk de belangrijkste personages van de verhalen zouden zijn.

In de periode dat Roger Leloup Yoko schiep, bestonden er praktisch geen Super-Women in de karikaturale strip. Terwijl ze de enige pijler van het verhaal bleef, liet hij haar toch wat vrouwelijke gevoeligheid behouden- daar was toen moed voor nodig!

“Yoko is mijn geestelijke dochter”, legt Leloup uit. “Het is de vriendin die ik altijd al wilde hebben en die ik nooit heb ontmoet. Zij is de realisatie van mijn jeugddromen. Ze heeft de moed, de koelbloedigheid, het zelfvertrouwen en de gezondheid die me altijd hebben ontbroken.”

Yoko is fris, tenger en heeft die typisch Aziatische geslotenheid. Haar verblijf in Europa heeft haar bevrijd van de familie-taboes van Japan, een land dat vrouwen weinig vrijheid gunt. In het begin was ze niet meer dan een pion van ondergeschikt belang, bedoeld als charmante noot in het “Trio in het Onbekende”. Maar al snel verdrong haar krachtige persoonlijkheid Ben en Paul naar de rol van figurant.

Ondanks haar leven als super-avonturierster, blijft ze menselijk tot de toppen van haar vingers. Ze voelt absoluut geen verachting voor de “slechteriken” die ze tegenstand moet bieden. Integendeel, ze verbergt nooit de menselijke gevoelens die haar overmeesteren als het slecht met hen afloopt. Het is dan ook niet toevallig dat kinderen zich spontaan tot haar aangetrokken voelen. Poky, Roosje en de anderen brengen de frisheid van hun onschuld mee, naast de deugden die Yoko heeft ontwikkeld: belang hechten aan vriendschap, geen intolerantie dulden, het streven naar een wereld van broederschap, het in toom houden van de wetenschap zodat deze de mens niet zal domineren… Yoko Tsuno is de perfecte versmelting van de hoge technologie uit het Land van de Rijzende Zon en het element dat in onze westelijke beschaving zo belangrijk is: het hart.