De Blauwbloezen is een van de meest geliefde Europese stripseries over de Amerikaanse Burgeroorlog, maar weinigen weten dat deze iconische strip in 1968 werd opgestart om het gat op te vullen dat Lucky Luke achterliet. Toen stripmakers René Goscinny en Morris hun populaire cowboy naar het tijdschrift Pilote verhuisden, bleef er bij Robbedoes een lege plek achter voor een historische avonturenreeks met humor. De uitgeverij besloot dat er een nieuwe reeks moest komen, en zo ontstond het idee voor Les Tuniques Bleues (zoals de serie in het Frans heet), met een verhaal over twee cavaleriesoldaten in het Amerikaanse Westen.
Indianen en Cowboys
In de allereerste albums draaide het verhaal vooral om avonturen met Indianen en het leven in het Wilde Westen, in een stijl die duidelijk de invloeden van Lucky Luke had. Al snel beseften scenarist Raoul Cauvin en tekenaar Louis Salvérius dat de Amerikaanse Burgeroorlog als thema meer mogelijkheden bood voor het creëren van verschillende verhalen. Door de setting te verplaatsen naar de strijd tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten, werd de serie niet alleen veelzijdiger, maar kreeg ze ook een uniek karakter dat zich onderscheidde van andere strips.
De hoofdpersonen van De Blauwbloezen, korporaal Blutch en sergeant Chesterfield, werden al snel favorieten bij de lezers. Blutch is cynisch en heeft helemaal geen zin in de oorlog. Chesterfield, daarentegen, is juist heel trouw aan het leger en wil vechten voor de Noordelijke staten. Ze zijn heel verschillend, en dat zorgt vaak voor grappige momenten. Maar tegelijkertijd laten hun verschillen zien hoe absurd oorlog eigenlijk kan zijn. Blutch en Chesterfield botsen vaak, maar blijven altijd een team en delen samen hun avonturen.
Van Salvérius naar Lambil
De oorspronkelijke tekenaar, Louis Salvérius, bracht een grappige en speelse stijl naar de serie, die goed paste bij de luchtige toon van de eerste verhalen. Helaas overleed Salvérius in 1972 plotseling aan een hartaanval, midden in de productie van het vierde album, Outlaw. Willy Lambil, die op dat moment bekendstond om zijn realistische tekenstijl, nam het stokje over. Hij voltooide de laatste pagina’s van het album en werd vanaf toen de vaste tekenaar.
Lambil gaf de serie een meer realistische stijl, wat beter paste bij de serieuzere toon van latere verhalen. Toch wist hij de humor te behouden, waardoor de reeks aantrekkelijk bleef voor zowel jongere als oudere lezers. De overgang van Salvérius naar Lambil bracht een subtiel verschil in stijl met zich mee, dat de serie zowel humoristisch als historisch interessant maakte.
Realisme tot in Detail
Om het historische karakter van de strip extra te versterken, streefden Cauvin en Lambil naar gedetailleerde nauwkeurigheid. Dit ging zelfs zover dat ze in hun onderzoek naar de Amerikaanse Burgeroorlog een reenactment-groep in Frankrijk bezochten. Hier observeerden ze de kostuums, wapens en tactieken, wat hen hielp om de oorlogsscènes in de strip zo authentiek mogelijk weer te geven.
Een combinatie van geschiedenis en humor
De Blauwbloezen heeft de tand des tijds doorstaan door een bijzondere balans tussen humor, tragiek en historische diepgang. De serie blijft nieuwe thema’s en verhalen verkennen, terwijl Blutch en Chesterfield steeds dezelfde vastberaden en soms komische rol blijven spelen. Dankzij het werk van Salvérius, Lambil en Cauvin, en hun oog voor details en menselijke verhalen, is de serie uitgegroeid tot een vaste waarde in de stripwereld.